Vrogger toen…

… iedereen schaatste op doorlopers

… klompen nog veters hadden

… de autobaan een konijnenpaadje was

… de handen werden verwarmd aan de uitlaat van de Kreidler

… alle mobieltjes via draden met elkaar verbonden waren

… toen normaal gewoon was en

… oma een strak velletje had

Gisteren een verjaardagsfeestje. Gemiddelde leeftijd? Ik gok een jaar of tachtig. De jarige, een respectabele leeftijd van 82 jaar. Allemaal, stuk voor stuk, een heel (familie-)verleden achter de rug.

In een warm gestookte zaal, met twee lange tafels en stoelen aan weerszijden, worden de genodigden verwacht. Het ‘feestje’ is in-the-verpleeghouse. Niet de verwarren met een house feestje. Verre van dat. Het is een ‘praotvisite’. Een vlezige, zachte hand en een warm welkom: “Kom d’r in en do maor net alsof ie in oew eigen huus bunt”.

“Hei’jt  al eheurd”?

De meest enge ziektes, narigheid en mensen die ‘ut tiedeleke met ‘t eeuwige hebben verwisseld’ zijn besproken. “Is dat dan familie van of is dat d’r ene van?”

Erg belangrijk om te weten. “Ach, ach ut is toch wat”.

Dan wordt het gezellig, de ‘vrogger’ praatjes komen op tafel. Het komt zeker niet van de borreltjes. De genodigden zitten namelijk achter de appelsap, jus of een tweedrankje. Hier en daar is één wijntje gedronken. Te herkennen aan de rode wangen en de meeste praatjes. De dames van de bediening trakteren op heerlijke hapjes. Het zongedroogde tomaatje wordt voorzichtig teruggelegd op een onderzetter. Wat een boer niet kent… Vroeger sierden een sigarettenhouder of een doosje sigaren de tafel, inclusief asbak. Geen mens keek ervan op. Mannen dronken jenever of een biertje en de dames een citroentje of een advocaatje. Een ‘stuksken harde metworst’ als traktatie.

Het gezelschap komt op stoom en het uitgaan van vroeger wordt besproken. Samen met een vriendin naar de kermis. Uitgaan heette toen dansen. En dansen deed je sporadisch, hooguit een keer in de maand. De dansschoentjes werden stiekem achter de jas verstopt. Even verderop in het zandpad, uit het zicht van ons pa en ma, werden de lompe veterschoenen verwisseld voor de zeer elegante Queenie-hakjes. Dat danst veel fijner. En staat mooier onder de met tailleriem aangesnoerde A-lijn rok. De veterschoen werd tijdelijk verstopt in het hoge struikgewas. Die lagen er op de terugweg ook nog wel. Handig was het niet want iedere pas resulteerde in een diep weggezakte afdruk van de hak. Al glunderend vertelt ze verder. Ze heeft er overduidelijk mooie herinneringen aan.

Oprecht wordt verteld dat als ze het mochten overdoen, in de tijd van nu, dat ze het dan wel anders hadden gedaan. De fitste van het stel vertelt dat zij graag verder uitgevlogen was. De wijde wereld in. Ze heeft het thuis nooit durven vragen. Weemoed klinkt door in haar stem. Als je van school kwam, moest je aan het werk en als je ging trouwen dan werd je huisvrouw. Zo was het en zo is het ook gegaan. Nu is ze actief als vrijwilligster en vermaakt zich onder andere met bridgen. Ondertussen genietend van haar kinderen en kleinkinderen.

Bij het afscheid nemen weer die zachte, warme en vlezige hand. Met een ferme handdruk en glimlach de volgende boodschap:

“Good gaon en plaog mekare neet”.

Kom nog us an!

Groet,

aan de klets fb omslag

Plaats een reactie